Duivenwaardsedijk 22, 3244 LG Nieuwe Tonge   |   T. +31 (0)6 10 230 303   |   E. info@faunaparkflakkee.nl   |   KVK 24410266   |   IBAN NL60 RABO 0122 1186 77

Kerkuil

Tyto alba

(Kerkuil)

Nederlandse soortnaamKerkuil
KlasseAves
OrderStrigiformes
FamilieTytonidae
GeslachtTyto
SoortTyto alba

Uiterlijk

Kerkuilen zijn een opvallende verschijning. Het zijn middelgrote uilen en ze hebben lange poten die tot aan de tenen toe licht bevederd zijn. De kop is dik en voorzien van donkere ogen. Ze zijn aan de bovenzijde goudbruin gevlekt en aan de onderzijde licht gestippeld. Kerkuilen hebben afgeronde vleugels en een korte staart die bedekt is met witte of lichtbruine donzige veren. Ze hebben geen oorpluimen.

Zoals bij veel andere uilen (en ook roofvogels) is het vrouwtje iets groter en zwaarder dan het mannetje. Vrouwtjes zwegen zo’n 570 gram, terwijl mannetjes ongeveer 470 gram wegen. Vrouwtjes zijn ook iets langer (34 tot 40 cm) dan mannetjes (32 tot 38 cm). De spanwijdte van mannetjes en vrouwtjes varieert van 107 tot 110 cm.

Leefgebied

Kerkuilen zijn het meest wijdverbreid van alle uilen en komen in Amerika, Europa, Azië, Australië en Afrika voor. Ze komen in ieder continent voor behalve in Antarctica. Ze leven in open en half-open laaglandgebieden zoals graslanden, moerassen en woestijnen. Maar ze leven ook in stedelijke gebieden.

Voortbeweging

Door de donzige veren kunnen kerkuilen onhoorbaar vliegen.

Gedrag

Kerkuilen leven solitair of in paren. Het zijn nachtdieren die overdag in boomholtes, rotsspleten, rivieroevers, schuren, nestkasten, kerktorens of andere gebouwen verblijven. Het zijn zeer efficiënte jagers waardoor vermoed wordt dat ze veel van hun tijd inactief zijn. De meeste kerkuilen trekken niet. Alleen exemplaren die in het noordelijk deel van het verspreidingsgebied leven trekken.

De oren van de kerkuil zijn voor zover bekend het gevoeligst van alle dieren. Ze zijn dan ook erg goed in staat om prooien te lokaliseren met hun gehoor. Hierdoor kunnen ze bijvoorbeeld prooien vinden die zich in het gras of in de sneeuw verstopt hebben. Dit vermogen om zo scherp te horen wordt bewerkstelligd door de asymmetrisch geplaatste oren. Als er te veel lawaai is kunnen de oren met kleine gevederde klepjes worden afgesloten. Ze kunnen ook uitstekend zien bij weinig licht.

Voedsel in de natuur

Kerkuilen zijn nachtdieren die het liefst kleine zoogdieren, zoals woelmuizen, spitsmuizen, ratten, muskusratten, hazen en konijnen, eten. Ze jagen ook op kleine vogeltjes. Ze beginnen na zonsondergang te jagen waarbij ze veel profijt hebben van het feit dat ze goed kunnen zien bij weinig licht. Wanneer het helemaal donker is gaan ze op hun gehoor af. De donzige veren zorgen ervoor dat ze zelf geen geluid maken en dat ze ongemerkt bij de prooi kunnen komen.

Bij het jagen vliegen kerkuilen 1,5 tot 4,5 meter boven de grond en pakken dan de prooi met hun poten. Ze maken de prooi dood door deze achter achter de kop met de snavel te bijten. De prooi wordt vervolgens in zijn geheel ingeslikt. Vooral tijdens het broedseizoen vangen ze extra prooien.

Predatie

In Noord-Amerika hebben kerkuilen weinig natuurlijke vijanden. Af en toe worden jongen gegrepen door hermelijnen en slangen. Soms wordt door Amerikaanse oehoes op kerkuilen gejaagd. In het westelijk Palearctisch gebied zijn de kerkuilen kleiner dan in Noord-Amerika en worden ze bejaagd door steenarenden, rode wouwen, haviken, buizerds, slechtvalken, lannervalken, arenden en bosuilen

Voortplanting

Kerkuilen vormen paartjes voor het leven. Pas als één van beide dood gaat wordt een andere partner gezocht. Ze broeden jaarlijks, meestal na het eerste levensjaar. Afhankelijk van het voedsel kunnen ze bijna in elk jaargetijde broeden. Gezien de korte gemiddelde levensduur broeden de meeste kerkuilen maar 1 tot 2 keer.

Voor het bouwen van nesten gebruiken kerkuilen donkere verscholen holtes in holle bomen, rotsen, rivieroevers, nestkasten, grotten, hooimijten, kerktorens, boerderijen en andere gebouwen waar ze in en uit kunnen vliegen. Dit is meestal in de nabijheid van een bosrijke omgeving met weilanden waar ze goed kunnen jagen. Ze gebruiken echter liever een oud nest dan dat ze een nieuwe bouwen.

Het mannetje lokt het vrouwtje, dat één en soms twee keer per jaar een legsel produceert. Een legsel kan bestaan uit 2 tot 18 eieren maar doorgaans zijn het er 4 tot 7. Iedere 2 tot 3 dagen wordt er een nieuw ei gelegd. De eieren worden in 29 tot 34 dagen uitgebroed. In die periode verlaat het vrouwtje het nest slechts voor korte momenten. Het mannetje zorgt voor het voedsel tijdens het broeden.

De jongen zijn nestblijvers die door het vrouwtje gedurende 25 dagen worden gevoerd met voedsel dat door het mannetje naar het nest wordt gebracht. Het voedsel wordt voor het voeren door het vrouwtje in stukjes gescheurd. Het vrouwtje houdt het nest schoon door de uitwerpselen van de jongen op te eten.

Als de jongen 50 tot 70 dagen oud zijn gaan ze voor het eerst vliegen. Totdat ze 7 tot 8 weken oud zijn slapen ze nog in het nest. Drie tot vijf weken nadat ze hebben leren vliegen zijn de jongen onafhankelijk van de ouders.

Weetjes !

  • Op sommige eilanden in de oceaan zijn kerkuilen geïntroduceerd om knaagdieren plagen te bestrijden.
  • In tegenstelling tot andere vogels bouwen kerkuilen geen vetreserve op voor de winter.

You are donating to : Greennature Foundation

How much would you like to donate?
$10 $20 $30
Would you like to make regular donations? I would like to make donation(s)
How many times would you like this to recur? (including this payment) *
Name *
Last Name *
Email *
Phone
Address
Additional Note
paypalstripe
Loading...