Leopardus geoffroyi
(Geoffroykat)
Nederlandse soortnaam | Nederlandse naam |
Klasse | Mammalia |
Order | Carnivora |
Familie | Felidae |
Geslacht | geslacht |
Soort | Leopardus |
Algemene gegevens van de soort
Uiterlijk
Grootte: Geoffry’s katten zijn over het algemeen klein tot middelgroot van formaat. Ze hebben een lichaamslengte van ongeveer 45 tot 65 centimeter en een staart van ongeveer 25 tot 35 centimeter. De schouderhoogte bedraagt ongeveer 25 tot 30 centimeter.
Gewicht: Het gewicht van een volwassen Geoffry’s kat varieert meestal tussen de 2 en 5 kilogram, waarbij vrouwtjes doorgaans kleiner zijn dan mannetjes.
Beschrijving verdere uiterlijke kenmerken: Geoffry’s katten hebben een karakteristieke vacht met een gouden tot grijsbruine kleur en donkere vlekken die over hun lichaam verspreid zijn. Deze vlekken kunnen variëren in grootte en vorm en zijn vaak dichter bij elkaar op de rug en de zijkanten van het lichaam. Hun vacht is dik en zacht. Ze hebben ook grote oren met witte vlekken aan de achterkant, wat een onderscheidend kenmerk is. Hun ogen zijn meestal geel of groen van kleur. Over het algemeen hebben ze een gestreepte staart.
Levensbereik
Geoffroy’s katten hebben een gemiddelde levensduur van ongeveer 10 tot 15 jaar in gevangenschap, maar hun levensverwachting in het wild kan korter zijn vanwege de verschillende uitdagingen en bedreigingen waarmee ze te maken krijgen. In het wild worden ze geconfronteerd met factoren zoals predatie, voedselschaarste, ziektes en de gevaren van hun leefgebied.
Natuurlijk Leefgebied
Leefgebied
Het natuurlijke verspreidingsgebied van de Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) omvat verschillende landen in Zuid-Amerika. Deze kleine katachtige wordt aangetroffen in de volgende landen: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay.
Geoffroy’s katten bewonen verschillende habitats binnen deze landen, waaronder bossen, struikgewas, graslanden en bergachtige gebieden. Ze hebben de neiging om zich aan te passen aan verschillende omgevingen en kunnen zowel in drogere als vochtigere gebieden worden gevonden.
Hun verspreidingsgebied kan variëren afhankelijk van de beschikbaarheid van geschikte leefgebieden en prooien. Ze zijn vaak te vinden in de buurt van waterbronnen, zoals rivieren en moerassen, omdat deze locaties rijke prooigebieden kunnen bieden.
Klimaat in het natuurlijke verspreidingsgebied
Het klimaat in het natuurlijke verspreidingsgebied van de Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) kan variëren afhankelijk van de specifieke regio en het type habitat waarin ze zich bevinden. Het verspreidingsgebied van deze soort omvat delen van Zuid-Amerika, en dus zijn er verschillende klimaatzones te vinden in deze regio. Over het algemeen kan het klimaat als volgt worden beschreven:
Subtropisch en tropisch klimaat: In de laaglandgebieden van landen zoals Brazilië, Paraguay, en delen van Argentinië en Bolivia, kunnen Geoffroy’s katten te maken hebben met subtropische en tropische klimaten. Deze gebieden kennen over het algemeen warme tot hete temperaturen gedurende een groot deel van het jaar, met een regenseizoen en een droog seizoen.
Gematigd klimaat: In sommige delen van hun verspreidingsgebied, zoals delen van Chili en het zuidelijke deel van Argentinië, kunnen Geoffroy’s katten te maken hebben met een gematigder klimaat. Hier kunnen de temperaturen variëren met de seizoenen, met koelere winters en warmere zomers.
Bergachtige gebieden: In bergachtige gebieden, zoals de Andes, kunnen de klimaatomstandigheden sterk variëren met de hoogte. Hoger gelegen gebieden hebben over het algemeen koelere temperaturen, terwijl lagere gebieden warmere en drogere klimaten kunnen ervaren.
Habitat en benutting leefgebied
De habitat van de Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) in zijn natuurlijke verspreidingsgebied omvat een verscheidenheid aan landschapselementen en flora, afhankelijk van de specifieke regio waarin ze zich bevinden. Over het algemeen bewonen deze katten de volgende soorten habitats:
Struikgewas en graslanden: Geoffroy’s katten worden vaak aangetroffen in struikgewas en graslanden. Hier kunnen ze zich verschuilen tussen dichte vegetatie en gras om prooien te besluipen en te vangen.
Bosgebieden: Ze kunnen ook voorkomen in verschillende soorten bosgebieden, waaronder droge bossen, regenwouden en gematigde bossen. In deze habitats bieden bomen en struiken schuilplaatsen en mogelijkheden om te jagen.
Moerassen en wetlands: In sommige delen van hun verspreidingsgebied kunnen ze te vinden zijn in moerassen en wetlands, waar ze mogelijk toegang hebben tot waterbronnen en prooien zoals vogels en knaagdieren.
Bergachtige gebieden: Geoffroy’s katten bewonen ook bergachtige gebieden, zoals delen van de Andes. Hier kunnen ze profiteren van verschillende hoogteniveaus en vegetatiezones.
Wat betreft de flora en landschapselementen die kenmerkend zijn voor hun habitat, kunnen de volgende elementen van belang zijn:
- Dichte begroeiing: Dichte vegetatie, zoals struiken en lage bomen, biedt schuilplaatsen voor deze katachtigen en helpt hen te verschuilen terwijl ze op prooien wachten.
- Rotsachtige uitkijkplaatsen: In bergachtige gebieden kunnen rotsachtige uitkijkplaatsen dienen als locaties waar Geoffroy’s katten kunnen rusten of uitkijken naar prooien.
- Bomen: Bomen kunnen worden gebruikt om prooien te besluipen en kunnen dienen als uitkijkposten.
- Waterbronnen: Waterbronnen zoals rivieren, beken en moerassen zijn belangrijk voor hun overleving en kunnen dienen als plaatsen waar ze drinken en jagen.
- Grotten of holen: In sommige gebieden kunnen deze katten gebruikmaken van natuurlijke schuilplaatsen zoals grotten of holen voor het baren en grootbrengen van hun jongen.
- Rotsachtige spleten: Rotsachtige spleten kunnen ook dienen als schuilplaatsen of als locaties waar ze hun prooien kunnen verbergen.
Soorteigen gedrag
Sociale gedrag
De Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) staat erom bekend meestal een solitaire levensstijl te hebben, maar er zijn enkele aspecten van hun sociale gedrag die variëren afhankelijk van de omstandigheden, waaronder het seizoen:
Solitair gedrag: Over het algemeen zijn Geoffroy’s katten solitaire dieren. Ze leven meestal alleen en hebben de neiging om hun eigen territorium te hebben, dat ze actief markeren en verdedigen tegen indringers. Ze zijn meestal niet sociaal met andere volwassenen buiten de paartijd.
Paartijd: Tijdens het paarseizoen kunnen mannetjes en vrouwtjes elkaar opzoeken om te paren. Dit kan leiden tot tijdelijke sociale interacties tussen een mannetje en een vrouwtje. Terwijl ze bij elkaar blijven tijdens de paartijd, vormen ze echter geen permanente paarbanden zoals sommige andere katachtigen dat wel doen.
Moeder-kitten interactie: Na de paring blijven de jonge kittens bij hun moeder gedurende ongeveer 6 tot 8 maanden. Tijdens deze periode leert de moederkat haar kittens belangrijke vaardigheden zoals jagen en overleven. Dit vertegenwoordigt een vorm van sociale interactie tussen de moeder en haar nakomelingen.
Territoriaal gedrag: Geoffroy’s katten zijn zeer territoriale dieren. Ze markeren hun territorium met geurmarkeringen en proberen indringers af te schrikken. De grootte van het territorium kan variëren afhankelijk van factoren zoals beschikbaarheid van prooi en leefgebied.
Over het algemeen zijn Geoffroy’s katten in het wild dus voornamelijk solitaire dieren, maar er zijn momenten van sociale interactie, vooral tijdens de paartijd en in de vroege stadia van het leven van de kittens. Hun sociale gedrag past zich aan de seizoensgebonden behoeften aan, zoals de voortplanting en de zorg voor de jongen.
Voortplantingsgedrag en zorg voor de jongen
Het voortplantingsgedrag van de Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) is over het algemeen goed aangepast aan hun solitaire levensstijl. Hier is een beschrijving van het voortplantingsgedrag en de verzorging van de jongen:
Voortplanting
Tijdens het paarseizoen kunnen mannetjes en vrouwtjes elkaar opzoeken om te paren. Dit seizoen kan variëren afhankelijk van de regio, maar het vindt meestal plaats in de late herfst tot de winter.
Het paargedrag van Geoffroy’s katten omvat normaal gesproken vocale signalen en lichamelijke interacties tussen het mannetje en het vrouwtje. Hoewel ze gedurende deze periode sociaal kunnen zijn met elkaar, vormen ze geen permanente paarbanden zoals sommige andere katachtigen.
Verzorging van de jongen
Zwangerschap: Na de paring heeft het vrouwtje een draagtijd van ongeveer 70 tot 75 dagen voordat ze bevalt.
De meeste geboorten resulteren in een nest van 1 tot 3 kittens, hoewel uitzonderlijke gevallen van grotere nesten zijn gemeld.
Geoffroy’s katten zoeken doorgaans naar afgelegen en beschutte locaties om hun kittens te baren en groot te brengen. Dit kan variëren van natuurlijke schuilplaatsen, zoals holle bomen, rotsspleten of verlaten holen van andere dieren, tot dicht struikgewas.
De moederkat zorgt voor de jongen en blijft bij hen gedurende de eerste weken van hun leven. Ze zoogt de kittens en beschermt ze tegen roofdieren. Naarmate de kittens ouder worden, begint de moeder hen te leren jagen en overleven.
Na ongeveer 6 tot 8 maanden zijn de jongen meestal onafhankelijk genoeg om voor zichzelf te zorgen. Op dat moment zullen ze hun moeder verlaten en een solitaire levensstijl aannemen.
Communicatie en markeergedrag
De Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) communiceert en markeert territorium op verschillende manieren, voornamelijk via geur en geluid.
Geurcommunicatie
Net als veel andere katachtigen gebruiken Geoffroy’s katten urine om hun territorium te markeren. Ze kunnen op verschillende plaatsen urine achterlaten om hun aanwezigheid aan andere katten te laten weten en om potentiële rivalen af te schrikken.
Ze hebben geurklieren op verschillende delen van hun lichaam, waaronder de wangen, kin, poten en anus. Door wrijving met deze delen van hun lichaam kunnen ze geurmarkeringen achterlaten op objecten in hun omgeving.
Geluidscommunicatie
Geoffroy’s katten kunnen verschillende vocale signalen gebruiken om te communiceren. Ze kunnen miauwen, grommen, blaffen en sissen om verschillende boodschappen over te brengen. Deze geluiden kunnen worden gebruikt voor territoriale communicatie, om contact te maken met andere katten, of tijdens de paartijd.
Visuele signalen
Net als andere katten kunnen ze hun lichaamstaal gebruiken om te communiceren. Dit kan bijvoorbeeld omvatten het opzetten van hun vacht en het tonen van hun tanden als een teken van agressie, of het ontspannen van hun lichaam om te laten zien dat ze niet bedreigend zijn.
Markeergedrag
Het markeergedrag van Geoffroy’s katten heeft als voornaamste doel het aangeven en verdedigen van hun territorium. Door geurmarkeringen en vocale signalen achter te laten, waarschuwen ze andere katten dat een bepaald gebied al bezet is. Dit helpt territoriale conflicten te voorkomen en voorkomt dat individuen met elkaar in botsing komen.
Bovendien kan het markeergedrag een rol spelen bij de communicatie tijdens de paartijd. Mannetjes kunnen bijvoorbeeld hun aanwezigheid aangeven aan vrouwtjes door geurmarkeringen achter te laten en geluiden te maken om hun interesse te tonen.
Kortom, Geoffroy’s katten gebruiken geur, geluid en lichaamstaal om met elkaar te communiceren en om hun territorium te markeren en te verdedigen, wat essentieel is voor hun sociale interacties en overleving.
Soorteigen uitscheidings- en verzorgingsgedrag
De Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) heeft geen bekende gewoonte van het gebruik van latrines zoals sommige andere katachtigen, zoals de serval. In plaats daarvan gebruikt deze soort voornamelijk geurmarkeringen, zoals urine en geurklieren, om territorium te markeren en te communiceren met andere katten.
Wat betreft verzorgingsgedrag, zoals het schoonhouden van hun vacht, zijn Geoffroy’s katten bekend om zichzelf te wassen met hun tong en poten, zoals de meeste katten doen. Ze besteden veel tijd aan het verzorgen van hun vacht om deze schoon en vrij van parasieten te houden.
Er zijn geen bekende rapporten van Geoffroy’s katten die gebruikmaken van specifieke landschapselementen zoals zandbaden, poelen of schuurplaatsen voor verzorging. Ze vertrouwen voornamelijk op hun eigen gedrag en lichaam voor het behoud van hun hygiëne.
Soorteigen bewegingsgedrag
De Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) is een katachtige die zich over het algemeen goed heeft aangepast aan zijn levensstijl in verschillende habitats in Zuid-Amerika. Hier is een beschrijving van het soorteigen bewegingsgedrag:
Lopen en rennen
Geoffroy’s katten zijn behendige lopers en kunnen snelheden tot ongeveer 50 kilometer per uur bereiken over korte afstanden. Ze gebruiken lopen en rennen voornamelijk voor de jacht. Ze hebben een flexibele ruggengraat en sterke achterpoten, wat hen in staat stelt om snel en wendbaar te bewegen tijdens het achtervolgen van prooien.
Klimmen
Deze katten zijn uitstekende klimmers en maken gebruik van bomen en rotsen om prooien te besluipen, te ontsnappen aan roofdieren en zichzelf te verbergen. Ze hebben scherpe klauwen en een goede behendigheid om in bomen te klimmen en op takken te balanceren.
Zwemmen
Hoewel ze geen typische zwemmers zijn zoals sommige andere katachtigen, zijn Geoffroy’s katten in staat om te zwemmen als dat nodig is, bijvoorbeeld om een rivier over te steken. Ze zijn echter meestal niet dol op water en vermijden het als dat mogelijk is.
Springen
Deze katten kunnen ook indrukwekkend springen, vaak gebruiken ze dit om prooien te vangen of om obstakels te vermijden. Ze kunnen over grote afstanden springen en hebben een goede sprongkracht.
Territoriumbewaking
Geoffroy’s katten zijn territoriaal en maken vaak gebruik van hun bewegingsgedrag om hun territorium te bewaken. Ze patrouilleren de grenzen van hun territorium en markeren deze met geurmarkeringen en krabben aan bomen om andere katten af te schrikken.
Aanpassingen
Fysiek zijn Geoffroy’s katten goed aangepast aan hun bewegingsgedrag. Ze hebben sterke ledematen voor rennen en springen, scherpe klauwen voor klimmen en grijpen, en een flexibele ruggengraat voor behendigheid. Hun zintuigen, zoals hun scherpe zicht en gehoor, helpen hen bij het detecteren van prooien en gevaar.
Het bewegingsgedrag van de Geoffroy’s kat is aangepast aan hun leefgebieden en levensstijl als solitaire jagers. Ze zijn veelzijdige bewegers en kunnen zich aanpassen aan verschillende omgevingen, van dichte bossen tot open graslanden. Hun bewegingsgedrag heeft als doel jagen, zich verplaatsen binnen hun territorium en overleven in hun natuurlijke habitat.
Soorteigen rust- en schuilgedrag
De Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) vertoont specifiek rust- en schuilgedrag om zichzelf te beschermen en te rusten. Hier is een beschrijving van dit gedrag en de landschapselementen die ze kunnen gebruiken:
Schuilplaatsen en beschutting
Geoffroy’s katten maken gebruik van verschillende natuurlijke elementen in hun omgeving als schuilplaatsen en beschutting. Dit kan onder andere omvatten:
Holle bomen
Ze kunnen holle bomen gebruiken als schuilplaatsen om uit te rusten en te schuilen voor roofdieren of slecht weer.
Rotsachtige spleten
In bergachtige gebieden kunnen ze rotsachtige spleten en holen gebruiken als schuilplaatsen en beschutting.
Struikgewas
Dicht struikgewas biedt vaak dekking voor deze katten, en ze kunnen zich in dichte vegetatie verstoppen tijdens rustperiodes.
Grasvegetatie
In graslanden en savannes kunnen ze zich in hoog gras verbergen om uit het zicht te blijven. Vegetatie op de grond
Ze kunnen zich ook verschuilen onder lage vegetatie op de grond om zich te camoufleren.
Rusttijden
Geoffroy’s katten zijn voornamelijk nachtdieren, wat betekent dat ze overdag vaak rusten en ’s nachts actiever zijn. Ze brengen een aanzienlijk deel van hun dag door met slapen en rusten.
Territoriumbewaking
Tijdens rustperiodes kunnen ze hun territorium bewaken vanuit hun schuilplaatsen, waardoor ze uit het zicht blijven maar toch de mogelijkheid hebben om indringers of potentiële bedreigingen waar te nemen.
Het rust- en schuilgedrag van Geoffroy’s katten is aangepast aan hun levensstijl als solitaire jagers en territoriale dieren. Ze maken gebruik van verschillende natuurlijke elementen in hun omgeving als schuilplaatsen en beschutting om zich te verbergen voor roofdieren, uit te rusten en hun territorium te bewaken. Deze aanpassingen zijn van cruciaal belang om te overleven in de diverse habitats waarin ze voorkomen, variërend van bossen en struikgewas tot bergachtige gebieden en graslanden.
Bioritme
De Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) is voornamelijk een nacht actieve soort, wat betekent dat ze vooral ’s nachts actief zijn. Hier is een uitgebreide beschrijving van hun bioritme en eventuele seizoensgebonden gedrag:
Dag- en nachtritme
Geoffroy’s katten zijn overwegend nacht actieve dieren, wat betekent dat ze ’s nachts het meest actief zijn en overdag rusten. Ze hebben aangepaste zintuigen, zoals scherp nachtzicht, die hen helpen om ’s nachts effectief te jagen.
Rust- en activiteitspatronen
Overdag brengen Geoffroy’s katten een groot deel van hun tijd door met rusten en slapen, vaak verscholen in schuilplaatsen zoals holle bomen, rotsachtige spleten of dicht struikgewas. Dit helpt hen energie te besparen en te voorkomen dat ze worden opgemerkt door roofdieren.
Seizoensgebonden gedrag
In de loop van het jaar kunnen Geoffroy’s katten seizoensgebonden gedrag vertonen, vooral met betrekking tot de voortplanting:
Paartijd
De paartijd varieert enigszins afhankelijk van de regio, maar vindt meestal plaats in de late herfst tot de winter. Tijdens deze periode zijn ze actiever en kunnen ze meer sociale interacties hebben.
Voortplanting en jongen
Na de paring hebben de vrouwtjes een draagtijd van ongeveer 70 tot 75 dagen. Ze baren hun jongen meestal in de lente of vroege zomer, afhankelijk van de locatie. Gedurende deze tijd zullen ze hun activiteiten aanpassen om voor hun jongen te zorgen.
Voerstrategie
Hun foerageergedrag blijft over het algemeen consistent gedurende het hele jaar, waarbij ze ’s nachts jagen op kleine prooien zoals knaagdieren, vogels en insecten. Hun nachtelijke jachtpatronen zijn goed aangepast aan het vermijden van warmte en de activiteit van andere roofdieren.
In tegenstelling tot sommige andere katachtigen, zoals de grotere tijgers of leeuwen, houden Geoffroy’s katten geen winterslaap of winterrust. Ze behouden hun activiteit gedurende het hele jaar, met enkele aanpassingen tijdens de paartijd en de zorg voor hun jongen. Over het algemeen zijn ze vooral ’s nachts actief om hun overlevingskansen te vergroten.
Voeding
Voeding in de natuur
De voeding van de Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) bestaat voornamelijk uit kleine prooien en varieert afhankelijk van de beschikbaarheid van prooien in hun habitat. Hier is een uitgebreide beschrijving van wat ze in de natuur eten:
Kleine zoogdieren
Geoffroy’s katten jagen vaak op kleine zoogdieren, waaronder knaagdieren zoals ratten en muizen. Deze dieren vormen een belangrijk deel van hun dieet en zijn doorgaans het hele jaar door beschikbaar.
Vogels
Ze zijn ook in staat om vogels te vangen, met name kleinere soorten zoals zangvogels en duiven. Vogels kunnen af en toe deel uitmaken van hun dieet.
Insecten
Insecten, zoals kevers en sprinkhanen, worden soms ook gegeten door Geoffroy’s katten. Deze vormen een aanvulling op hun dieet en kunnen seizoensgebonden beschikbaar zijn.
Kikkers en amfibieën
In sommige regio’s kunnen kikkers en amfibieën deel uitmaken van hun dieet, vooral in vochtigere gebieden.
Kleine reptielen
Af en toe eten ze kleine reptielen zoals hagedissen, maar dit is minder gebruikelijk dan andere prooisoorten.
Seizoensgebonden aanpassingen
Het dieet van Geoffroy’s katten kan enigszins variëren afhankelijk van de seizoensgebonden beschikbaarheid van prooien. In de winter kunnen knaagdieren bijvoorbeeld moeilijker te vinden zijn vanwege het koude weer en de schaarste aan voedsel. In zulke tijden kunnen ze mogelijk meer afhankelijk worden van andere prooien, zoals vogels of insecten.
Over het algemeen zijn Geoffroy’s katten opportunistische jagers en passen ze hun dieet aan op basis van wat er beschikbaar is in hun omgeving. Ze hebben een gevarieerd dieet en zijn goed aangepast aan het vangen van kleine prooien, wat essentieel is voor hun overleving in diverse habitats in Zuid-Amerika.
Natuurlijke wijze van voedsel vergaren
Geoffroy’s katten (Leopardus geoffroyi) zijn solitaire jagers die op verschillende manieren voedsel verzamelen en jagen.
Geoffroy’s katten zijn bedreven in het besluipen van prooien. Ze bewegen zich geruisloos en onopgemerkt door hun omgeving en benaderen hun prooi vanuit dekking voordat ze toeslaan met een snelle sprint en een verrassingsaanval. Deze methode stelt hen in staat om dicht bij hun prooi te komen voordat deze zelfs maar de aanwezigheid van de kat opmerkt.
Deze katten zijn voornamelijk nachtactief en jagen voornamelijk ’s nachts. Hun scherpe nachtzicht stelt hen in staat om in het donker prooien te lokaliseren en te besluipen.
Nadat ze hun prooi hebben beslopen en aangevallen, doden ze deze meestal door te bijten in de nek of het hoofd. Vervolgens slepen ze hun prooi naar een afgelegen locatie om deze op te eten zonder zich zorgen te maken over concurrentie van andere roofdieren.
Geoffroy’s katten zijn gespecialiseerd in het vangen van kleine prooien, zoals knaagdieren, vogels en insecten. Ze gebruiken hun snelheid, behendigheid en verrassingseffect om succesvol te jagen op deze prooien.
Het jachtgedrag van Geoffroy’s katten is goed aangepast aan hun solitaire levensstijl en hun behoefte aan kleine, frequente maaltijden. Ze zijn effectieve jagers die afhankelijk zijn van hun fysieke vaardigheden en jachttechnieken om prooien te vangen en te overleven in hun natuurlijke habitat.
Time budget
Timebudget
Het time budget van de Geoffroy’s kat (Leopardus geoffroyi) kan variëren afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de beschikbaarheid van prooien, het seizoen en individuele behoeften. Over het algemeen kunnen we echter een algemeen beeld schetsen van hoe ze hun tijd verdelen.
Geoffroy’s katten brengen een aanzienlijk deel van hun dag door met rusten en slapen, meestal overdag. Dit kan tot ongeveer 16 tot 18 uur per dag bedragen, vooral tijdens de hete uren van de dag. Rust is belangrijk om energie te besparen en zich te beschermen tegen roofdieren.
Ze zijn voornamelijk nachtactief en brengen een aanzienlijk deel van de nacht door met foerageren en jagen. Ze kunnen tot 6 tot 8 uur per nacht besteden aan het zoeken naar prooien en jagen, afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel.
Tijdens hun actieve periodes bewegen Geoffroy’s katten rond in hun territorium om prooien te zoeken en het te bewaken tegen indringers. Ze kunnen ongeveer 3 tot 4 uur per nacht besteden aan het patrouilleren en markeren van hun territorium.
Ze besteden tijd aan zelfverzorging, zoals het likken en schoonmaken van hun vacht om deze schoon en vrij van parasieten te houden. Dit gedrag kan enkele uren per dag in beslag nemen.
Geoffroy’s katten zijn over het algemeen solitaire dieren, dus ze hebben beperkte interacties met andere individuen buiten de paartijd en de zorg voor jongen. Deze sociale interacties kunnen kortstondig zijn en variëren afhankelijk van de seizoensgebonden behoeften.
Het time budget van Geoffroy’s katten kan variëren afhankelijk van individuele omstandigheden en de beschikbaarheid van voedsel in hun leefgebied. Ze zijn echter voornamelijk nacht actieve en solitaire jagers, wat hun tijdverdeling sterk beïnvloedt.